Je hebt er vast al eens van gehoord: je omslagpunt. Het moment waarop je lichaam meer zuurstof vraagt dan je hart kan rondpompen. Dit omslagpunt is voor iedereen anders en kan door middel van een inspanningstest (bij bijvoorbeeld een sportmedisch adviescentrum) bepaald worden. Het is dus niet zo dat dit omslagpunt in jouw knappe sporthorloge automatisch wordt bepaald / meegeleverd!
Weet jij door betrouwbare meting je omslagpunt – bijvoorbeeld hartslag 172 – en je blijft daar tijdens het hardlopen ruim onder, weet je dat je die inspanning doorgaans goed (en lang) kunt volhouden. Hoe dichter je bij je omslagpunt komt, hoe zwaarder de inspanning wordt en hoe korter je die kunt volhouden. Ben jij goed getraind, dan kun je het langer bij een hoge hartslag volhouden en ook boven je omslagpunt – in de verzuring – nog even in tempo doordraven.
Ga je tijdens een wedstrijd te hard van start, dan loop je (waarschijnlijk) in een vroeg stadium al tegen je omslagpunt aan. Afhankelijk van de mate van getraindheid en het gebruik van je gezonde verstand, kan het nog goedkomen. Schakel tijdig terug in tempo en breng de wedstrijd in dat rustigere tempo tot een goed einde. Dat kan gewoon!
Maar je ziet ook andere lopers. Wandelaars, eigenlijk. Volle kracht van start en na een paar kilometer al aan het wandelen. Handen in de zij, even verderop weer proberen te draven, maar na een paar honderd meter moet er weer gewandeld worden. En zo wordt het een heel lange (lijdens)weg tot de finish.
Ga jij hardlopen in de hitte en je hebt mijn eerdere bericht gelezen (https://vanblooissportadvies.nl/nieuws/lopen-bij-hoge-temperaturen/), dan weet je dat je hart niet alleen jouw spieren van zuurstof voorziet, maar ook extra bloed naar je huid stuurt, om jou te koelen. Het hart is dus heel hard aan het werk. Kun je je voorstellen dat jouw omslagpunt dan eerder bereikt wordt dan onder normale / koele omstandigheden? En dan heb ik het nog niet eens over de wedstrijdspanning gehad…
Wees wijs, hardlopen in de hitte kan, maar pas je tempo aan!