In de week van 26 mei werd er door een aantal lopers in verschillende groepen gelopen op rusthartslag HF≤120.

Lopers mochten starten met de volgende tempoloop als de hartslag in rust kleiner dan of gelijk was aan 120 slagen per minuut. Iedereen die al langer bij mij traint, weet dat ik geen voorstander ben van het lopen in hartslagzones, zonder dat daaraan een maximaalmeting voorafgegaan is. Waar ik echter wel een voorstander van ben, is van voldoende rust tussen intervallen in de training. Voldoende rust na bijvoorbeeld 400 meter in een pittig tempo zorgt ervoor dat je erna weer 400 meter in datzelfde pittige tempo kunt lopen (en dat met een x-aantal herhalingen). Ook verkleint voldoende rust de kans op een blessure.

Geen voorstander van trainen in ongemeten hartslagzones. Waarom dan wel de rust baseren op HF≤120?
Ruim voordat er sporthorloges waren, was men al in de weer met hartslagmeting en conditie. Toen ik in 2005 mijn trainerspapieren haalde, leerden wij nog hoe lopers handmatig hun polsslag konden bepalen. Was deze 120 slagen of lager, dan was de loper voldoende hersteld om weer te gaan draven. Is je hartslag binnen 1 minuut op 120 slagen, spreekt men van een goede conditie.

Wat als het herstel tot HF≤120 langer duurt dan 1 minuut?
Dan kan het volgende aan de hand zijn:
Je bent recent gestart met trainen, jouw conditie moet nog groeien;
Er wordt te veel van je gevraagd in deze training, je loopt te hoge tempo’s;
Je gaat richting overbelasting.

Wat als het herstel tot HF≤120 minder lang duurt dan 1 minuut?
Dat kan komen door:
Je goede conditie;
Je had er tijdens de tempoloopjes een pasje bij kunnen doen;
Je hebt een ‘piek’. Dat wil zeggen getaperd (‘rust’ genomen) na een zware trainingsperiode.

Wat in beide gevallen ook meespeelt, is hoe jij op dit moment in je vel steekt. Sta je ontspannen en relaxt in het leven of heb je te maken met spanningen en stress op je werk. Maar ook hoe je aan de training begint, heeft invloed. Heb je er echt tijd voor of moet het even snel tussendoor. Kon je op je gemakje van huis of was het haasten en vliegen (omdat een huilend kind maar niet op bed wilde…).

Even los van de verschillende trainingsvormen waarin getraind kan worden (trainen met minimale rust of juist vrijwel volledig herstel, de intensieve en extensieve intervallen), is het wellicht voor jou goed om eens vaker naar je hartslag te kijken tijdens je rust in de training, uitgaande van HF≤120. Heb je geen hartslagmeter, meet dan eens handmatig (vingers aan de pols). Voordeel van een goed herstel is uiteindelijk hogere tempo’s kunnen lopen en die langer kunnen volhouden (= sneller in de wedstrijd). Nog belangrijker: het vermindert de kans op een blessure.

De rusthartslag in een notendop, doe er je voordeel mee.